Kerstbijeenkomst 2019
Op donderdag 12 December rond het middaguur kwamen ruim 40 leden bijeen in “la Sala de l’Isaac” in LlofrIu voor de Kerstbijeenkomst van de VNPG .
Na de ontvangst met een goed glas cava werd allereerst ruimte gegeven voor muziek en voordrachten.
De twee leden van Xicranda speelden dwarsfluit en gitaar en zongen Catalaanse liederen, hetgeen zeer werd gewaardeerd.
Voordrachten en gedichten werden verzorgd door Anneke de Vroom, Marjan Weel en Dicky Wicherson en aandachtig werd geluisterd naar een kerstverhaal van Tsjechov over Papa Panov en enkele toepasselijke gedichten en verhalen.
Tenslotte werden de aanwezigen aangemoedigd om mee te zingen met Sound of Silence, Stille Nacht en Jingle Bells.
Intussen waren de tafels gereedgemaakt voor de lunch met tapas en een keuze van vlees of vis als hoofdgerecht en er waren vriendelijke kelners die zorgden voor goed gevulde glazen.
Het gezelschap was in uitstekende stemming en genoot van een uitstekend verzorgde lunch welke geclassificeerd kan worden als eenvoudig doch voedzaam.
Aan het eind sprak de voorzitter zijn waardering uit voor de evenementencommissie die er in geslaagd was een waardige bijeenkomst te organiseren.
Na afloop ging een ieder huiswaarts met het weldadige gevoel een memorabele kerstviering te hebben meegemaakt.
Jan Boelen
Voorbereiding



Muzikaal Intermezzo met Voordrachten

Anneke de Vroom
Het bijzondere kerstfeest van Papa Panov
Papa Panov is een oude schoenmaker. Hij is niet arm en ook niet rijk, maar leeft tevreden in zijn kleine huisje. Hij heeft veel vaste en voorbijgaande klanten. En ze zijn allemaal tevreden met zijn werk en mogen hem graag. Papa Panov is opgewekt en tevreden mens….maar vandaag even niet…Vandaag voelt hij zich beetje eenzaam.
Zijn vrouw is al een paar gelden gestorven, en zijn kinderen zijn volwassen en wonen ver weg. Nu hij de mensen allemaal vrolijk voorbij ziet lopen, op de weg naar familie of vrienden -het is Kerstavond- voelt hij zich wat droevig en alleen.
“Och och” zucht hij en wendt zich van zijn venster af. Hij draait aan de punten van zijn snor. Hij sloft naar het olielampje en steekt het aan, pakt zijn grote boek met sloten van de plank aan de muur en gaat in zijn oude rieten stoel bij het fornuis zitten.
Moeizaam lest hij bijwijzend met zijn knokige vinger het kerstverhaal. Van de zoektocht naar een slaapplaats en de geboorte van Jezus in een stal. “Och, och” mompelt Papa Panov opnieuw, waren ze maar hierlangs gekomen. Bij mij zouden ze welkom geweest zijn en het kindje zou in mijn bed kunnen liggen, toegedekt met mijn lekkere warme lappendeken. En leest verder van de wijze mannen met geschenken van goud en heerlijk ruikende specerijen.
“Och, och” mompelt hij weer, als Jezus hier zou komen, zou ik niets hebben om hem te geven…. Hij kijkt zijn kamertje rond en ineens lichten zijn ogen op. Wacht, hij heeft toch wel iets… en hij pakt een stoffige doos van de boekenplank. Hij haalt er twee kleine leren schoentjes uit. Die had hij lang geleden gemaakt. Ze zijn prachtig, het mooiste wat hij ooit gemaakt heeft. “Deze zou ik geven” mompelt hij, “ja deze” en doet ze weer zorgvuldig terug. Hij scharrelt weer naar zijn stoel en leest verder, maar zijn ogen worden moe en hij dommelt weg.
“Papa Panov” hoort hij zachtjes, “Papa Panov, je wenste toch dat je Me zou zien? Je zou Me toch een geschenk willen geven.” Papa Panov kijkt rond maar ziet niemand. “Kijk morgen naar me uit, want ik kom!” zegt de stem. Verschrikt komt Papa Panov overeind. Nu is hij klaarwakker. Hij hoort buiten de kerkklokken luiden. Het is Kerst.
“Ik weet het zeker” zegt hij tegen zich zelf “Dat was Jezus, die tot mij sprak! Of was het een droom? Nou, hoe dan ook ik zal morgen goed uit moeten kijken!” denkt Papa Panov.
Hij kan er niet van slapen. Zou zijn huisje wel netjes genoeg zijn? Maar tijd om op te ruimen geeft hij zich niet. Hij gaat voor zijn raam staan en kijkt wie er langs komt.
Hij wil niemand missen. Tegen de ochtend gaat hij toch maar wat koffie zetten voor een kerstontbijt, en zijn kachel opstoken. Maar steeds blijft hij naar buiten kijken.
Eindelijk ziet hij iemand aankomen in de verte. Hij drukt zij hoofd tegen het raam. Zijn hart bonkt in zijn keel, maar als de figuur dichterbij komt zit hij teleurgesteld dat het de straatveger is, die wekelijks langs komt. Zelfs met Kerst dus.
He bah, die wou hij toch niet zien! Hij wou dat Jezus het was! En hij draait zich al van het raam weg. Maar als hij nog even terug kijkt ziet hij dat de oude straatveger even stopt om zich warm te stampen, en zijn handen te wrijven. En Papa Panov krijgt medelijden met hem. De man ziet er zo verkleumd uit, en het is toch ook niks om zelfs met Kerst zo te moeten werken! Papa Panov opent zijn deur en roept “Hé ouwe!” verbaasd kijkt de straatveger om zich heen, Hij is niet gewend dat hij wordt aangesproken. “Wil je niet even opwarmen en een kopje koffie met me drinken?” vraagt Pap Panov. De man knikt dankbaar en stapt naar binnen. Terwijl Papa Panov hem de koffie aanreikt kijkt hij onrustig naar buiten. “Verwacht je bezoek? Zal ik maar weer weggaan?” vraagt de straatveger. Maar dat hoeft niet zegt de oude schoenmaker. “Heb je weleens van Jezus gehoord? Vraagt hij. Ja, dat heeft de straatveger wel, maar hoezo? En dan vertelt Papa Panov wat hij vannacht hoorde. Daarom sta ik op de uitkijk zie je? De straatveger schudt zijn hoofd, drinkt zijn mok leeg en maakt aanstalten om te vertrekken. “Succes ermee” zegt hij nog, en “bedankt voor de koffie” en stapt de kou weer in.
Papa Panov kijkt de man na. Het is wat zonniger geworden intussen. Er lopen meer mensen over de straat, sommigen mooi gekleed om op bezoek te gaan, anderen slonzig en dronken, maar Jezus is er niet bij. Hij wil zij deur alweer sluiten, als een magere jonge vrouw ziet aansjokken met een baby op de arm. Ze ziet er armoedig en vermoeid uit. Als ze zijn deur al bijna voorbij is bedenkt Panov zich en roept: “Wil je niet even binnenkomen om je wat op te warmen bij mijn fornuis?” De vrouw schrikt ervan en wil wegrennen als ze het vriendelijke gezicht van de oude schoenmaker ziet en antwoordt: “Wat aardig van u, graag” en stapt aarzelend over zijn drempel.
“Ach, het is niets bijzonders hoor, maar je zag er zo verkleumd uit, moet je nog ver?”
De vrouw vertelt dat ze naar het volgende dorp, zeven kilometer verderop moet. Daar woont familie bij wie ze hoopt te kunnen intrekken, ze kan de huur van haar eigen woning niet meer opbrengen.
Wil je wat soep en brood? Vraagt vader Panov. Maar de vrouw schudt trots van nee. “Laat me dan wat warme melk aan je kindje geven” zegt hij en neemt het kind uit haar armen. Hij warmt wat melk en voert dat aan het kindje, dat spartelt van genoegen. “Ach, hij heeft geen schoentjes aan zijn voetjes, dat is toch zo koud!” zegt hij. “Daar had ik geen geld voor” mompelt het moedertje.
Papa Panov moet aan de schoentjes in zijn doos denken, maar die waren voor Jezus… of….ach wat! denkt hij, dit kindje heeft ze nodig en hij zegt: Ïk heb hier een paar. Die liggen hier maar. Je mag ze wel hebben. “en hij pakt de doos van de plank en doet de schoentjes aan het kindje zijn voetjes. Ze passen precies. De jonge vrouw is over gelukkig. “Hoe kan ik u ooit bedanken” zegt ze, maar Papa Panov luistert niet meer. Hij kijkt bezorgd naar buiten… Wat als Jezus nu juist voorbij ging toen hij met die melk bezig was?
Het vrouwtje ziet het en vraagt of er iets is, waarop de oude schoenmaker vertelt van zijn droom. Hij komt vandaag bij mij, Jezus, dat heeft Hij beloofd, vertelt hij. Ze hoort zij verhaal geduldig aan en kijkt wat ongelovig. Maar ze klopt hem op de schouder, neemt het kind van hem over en zegt bij het weggaan: “Ik hoop dat uw droom uitkomt, u verdient het, u was zo goed voor mij en mijn kindje” en trekt de deur achter zich dicht.
De rest van de dag blijft Panov op de uitkijk. Hij groet langskomende bekenden vriendelijk en geeft bedelaars wat geld. Maar aan het eind van de dag zucht hij. Er wellen tranen van teleurstelling in zijn ogen Hij is toch niet geweest….
Verdrietig zakt hij weg in zijn stoel en pakt het grote boek weer op. Moeizaam leest hij verder, zomaar ergens op een bladzij.
“En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en alle engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon Zijner Heerlijkheid…..leest hij, en de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: voorwaar zeg ik u: voor zoveel gij dit aan één van mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat voor Mij gedaan……
En dan moet Papa Panov ineens terugdenken aan de afgelopen dag. In gedachten trekken ze weer bij hem langs: de straatveger en de jonge vrouw met het kind, en alle mensen die hij vandaag gezien en gesproken heeft…..En het lijkt of iemand tegen hem zegt: Heb je Mij niet gezien Panov? Ik had honger en je liet Mij binnen…. En nog een leest Panov die laatste zin: Voor zoveel gij dit aan één van mijn minste broeders heeft gedaan, zo hebt gij dat Mij gedaan…
Nu rollen er opnieuw tranen over de wangen van Pap Panov…..”Och och,” zucht hij terwijl hij aan de punten van zijn snor trekt, “Hij is dus toch gekomen…”
Dicky Wicherson
Samen
Waar bergen heel langzaam verslijten tot gruis
en zeeën verdampen tot wolken,
daar vinden wij, mensen, ons enige thuis,
een bijenkorf voor vele volken.
Waar ééns vruchtbaar land transformeert tot woestijn
en kustlijnen terug moeten wijken,
daar ligt onze kans onze naam waard te zijn,
een bolwerk van kracht, van gelijken.
Waar meningsverschil steeds nog uitmondt in strijd
waarbij men niet schroomt om te doden,
daar kan nimmer plaats zijn voor menselijkheid,
laat staan voor verlichting van noden.
Waar bergen heel langzaam tot gruis overgaan,
beschavingen gingen en kwamen,
daar ligt onze kans een nieuw pad in te slaan,
maar nu, als het even kan, samen.
Iedereen komt met een reden.
Mensen kom je tegen,
ongemerkt met een bedoel.
Ze willen je iets leren,
of geven een gevoel.
Mensen leer je kennen,
Omdat je ze ‘geroepen’ had.
En er word veel ondernomen,
of omdat je iets speciaals bezat.
Ze kwamen bijvoorbeeld in je leven,
omdat jullie elkaar wilde helpen.
En toen dat eenmaal gebeurd was,
kropen jullie misschien terug in jullie ‘schelpen’
De ene komt lang of voor altijd in je leven,
de andere misschien maar kort.
Maar allemaal met een reden,
omdat iedereen er zichzelf van word.
Een doel was om gelukkig te maken,
of omdat ze graag iets op bouwden.
Mensen die doen veel en gaan weer,
maar ze kunnen wel van je blijven houden
Er zijn mensen die je heel erg kwetsen
daarom kwamen ze dat was voor jou een leer
Zij lieten jou merken hoe je niet wilde doen
tegen anderen, want het doet jezelf ook zeer.
Soms lijkt alles zo ingewikkeld,
en er kunnen mooie dingen bloeien.
Als we elkaar dingen willen leren,
kunnen we er zelf ook goed van groeien.
Ik bedoel hiermee te zeggen,
dat ik en anderen niet alles snappen.
Maar mensen komen met een reden in je leven,
en daarom moet je het boekje door klappen.
Elke bladzijde leert iets aan,
soms onthou je het en soms ook niet.
Maar alles wat mensen doen heeft een reden,
net als een melodie van een lied.
Overal zit iets achter,
en dat kun je van elkaar leren.
En dat leer je te achterhalen en te zien,
blijf het maar gewoon proberen.
Want ze zeggen een lach en eerlijkheid,
dat mensen daardoor vrolijker raken.
En het is waar denk ik misschien,
daarvan moeten we ons bewust maken.
Marjan Weel
Het is kortgeleden dat ik in contact kwam met Roelof en Dicky (en daarna met Henk en Annemieke). Zij zochten hulp bij de organisatie van deze kerstlunch, Anneke, Frits en ik wilden helpen.
Al meteen werden wij voor een overleg uitgenodigd bij de familie Wicherson thuis en ons werd ‘Een eenvoudige doch voedzame maaltijd’- zoals Roelof dit noemde – voorgeschoteld. Wij bespraken de invulling zoals door hen gedacht en de verdeling van taken. We waren het erover eens dat er in de sfeer van Kerstmis wat toegevoegd mocht worden aan alleen de gebruikelijke lunch. We koppelden dit extra aan het thema “ Verdraagzaamheid”.
Het woord is vanmiddag niet direct gevallen, maar u hebt de essentie begrepen van de gedichten en het verhaal waarnaar we luisterden. Wat kan ik er nog aan toevoegen zonder het zwaar te maken en herhaling te voorkomen?
Eerst dacht ik de verschillende betekenissen van het woord ‘Verdraagzaamheid’ en ‘verdragen‘ op te gaan sommen. U weet wel, dulden, lijden, ondergaan, honger en dorst verdragen, verkroppen, spijs en wijn verdragen, zich met elkaar verdragen, zelf iets draaglijk maken. Of mooier, Vredesverdragen.
Er is zelfs een Internationale Dag van de Verdraagzaamheid (16 november, om te onthouden) Maar ik weet nooit goed wat de bedoeling van die dag is. Moet ik dan extra verdraagzaam zijn, of die dag mijn medemens aansporen om wat verdraagzamer te zijn?
Ik kwam in het nauw met mijn belofte om iets zinnigs over het gekozen thema te zeggen.
Roelof en Dicky brachten mij op een idee met hun uitnodiging voor een “Eenvoudige doch voedzame maaltijd”. Zoals bekend, een uitspraak van Heer Olie B.Bommel.
Heer Bommel, het personage uit de Tom Poes reeks, bedacht door Marten Toonder, is een antropomorfe beer, “Als u begrijpt wat ik bedoel”. Het betekent eenvoudig dat hem menselijke eigenschappen zijn toegedicht. De beer is een soort tussenvorm van mens en materie. Hij is van goede wil, maar nogal onhandig. Net zoals de mens, probeert de beer het Hoge te bereiken, maar dit wordt bemoeilijkt door zijn eigen ijdelheid en plompheid. “ Hoe vreselijk is dit alles”, dacht ik, want ik ga hier toch niet iets naar voren brengen wat over onze ijdelheid en plompheid gaat! Bommel zou zeggen’ “Dat is meer dan een Heer verdragen kan”, waarmee ik weer terug ben bij ons thema.
In het verhaal van Olie B. is het niet alleen juffrouw Doddel die alles weet over veel verdragen; kampioen verdraagzaam zijn is Wammes Waggel. Dingen overkomen hem, en alles vindt hij normaal, niet goed of slecht, niet mooi of lelijk, hij ondergaat het leven fluitend en oordeelt niet.
Wat zijn vriend en eeuwige redder Tom Poes aangaat, die probeert altijd, geheel onbaatzuchtig, de onnadenkende Heer Bommel te behoeden voor al te grote onhandigheden en blunders. Tom Poes (naar de wens van dierenliefhebbers in Nederland binnenkort aangelijnd) moet veel verdragen van de Heer van Stand en doet dit ook gelaten.
Die gelatenheid wil ik u echter niet aandoen, beste “Overgehaalde Landrotten” (want dat zijn we toch)..
Ach, het is “alles Hupsafladder wat ik hier breng”, doch, “Met uw welnemen”, een Kerst-verzoek:
maak “wat plaats in uw groot denkraam” en Wees een beetje verdraagzaam.
Voor nu wens ik dat u spijs en wijn optimaal zult verdragen. “Geld speelt geen rol”.
“Kom, het avontuur roept”.
Lunch












