Zeekajakken: een schoolreisje voor volwassenen
Door: Astrid Jansen
Wie peddelt er stiekem niet mee?
Het lijkt wel een nieuwe variant van Wie is de Mol? Alleen geen verborgen opdrachten, maar een duidelijk verdacht profiel: achteroverleunend, nauwelijks nat, en opvallend vaak ‘even uitpuffend’. Mijn kajak raakt standaard achterop, waardoor mijn verdenking gelijk op kajakmaatje Joop valt. Maar ja, ik zit voorin… Laten we echter eerst even teruggaan naar het strand, waar het avontuur begint.
Op een warme zaterdagochtend verzamelt zich een vrolijke groep VNPG-leden op het strand van Sant Pol bij s’Agaró. Petjes en hoedjes op, zonnebrand in de aanslag, waterflesjes bij de hand. Iedereen heeft er duidelijk zin in. Wendy en René hebben dit nieuwe VNPG-avontuur tot in de puntjes geregeld. De zee ligt er kalm bij, de zon verschuilt zich af en toe achter de wolken.
24 sportievelingen zitten vol spanning met wat gaat komen. We delen het gevoel van een schoolreisje voor volwassenen, maar dan wachtend op de kajaks in plaats van de bus.
Lluc en Shabby, onze twee gidsen, zorgen ervoor dat iedereen een zwemvest aantrekt, peddels pakt en een snorkel meeneemt. Geconcentreerd volgen we hun instructies: hoe houd je een peddel vast? Wat doe je als je kajak omslaat? Hoe klim je er weer in?…
We stappen vanaf het strand in tweepersoons boten, krijgen een zetje van helpers en daarna moeten we het zelf doen. Het eerste deel tussen de gele boeien door is het muisstil. Iedereen probeert de instructies op te volgen en niet nat te worden. Maar als we even stil liggen, steekt Roel daar een stokje voor. Tja, kinderen op schoolreisje… Met zijn peddel doopt hij menig lid overvloedig met zeewater.
Het leek nog zo’n veilig en comfortabel idee om met zeeman Joop in hetzelfde schuitje te zitten. Maar onze zeebonk blijkt meer gewend aan techniek aan boord van grote schepen, dan aan peddelen in een wiebelend bootje. De zwaarste van de twee opvarenden moet altijd achterin plaatsnemen. Hierdoor kan ik niet echt zien wat er achter mij gebeurt, of misschien beter gezegd: wat er níet gebeurt.
Al gauw hoor ik achter me jammerende woorden en steunende geluiden. “Mijn rug doet zóveel pijn,” verzucht Joop. De kajak is te krap voor zijn lijf, meent hij. In een bijna lighouding probeert hij in mijn ritme de zee te aaien, maar we zigzaggen van links naar rechts en raken steeds verder achterop de groep. “Peddel je eigenlijk wel mee?” vraag ik Joop. “We doen het gewoon kalm aan,” is vervolgens zijn antwoord. Ik bedenk me dat het goed is dat Joop en Marije op dansles gaan. Wie weet, danst hij volgend jaar ook fit over het water in het juiste ritme.
De groep navigeert eerst noordwaarts. We varen tussen een hoge, puntige rots en de kust door en keren dan om richting het zuiden. Hier is de kust ruig en glijden we tussen meerdere rotspartijen door het water. Er is zelfs een grot die zó groot is, dat onze hele groep erin past. Een poos liggen we daar te drijven om naar het verhaal van Shabby te luisteren. Op een luchtige en grappige wijze vertelt hij over de geschiedenis van de plek. Wát precies, ontgaat me. Joop en ik komen namelijk – hoe kan het ook anders – wat later aandobberen en verstaan er geen woord van. Maar volgens de overlevering zou de grot ooit een schuilplaats zijn geweest voor vissers, smokkelaars of verliefde monniken. Of allemaal tegelijk. Wie het weet mag het zeggen.
Een eindje buiten de grot, tussen de rotspartijen, mag iedereen die dat wil gaan snorkelen. Roel – onze immer energieke voorzitter – laat zich dat geen twee keer zeggen en plonst als eerste overboord. Zijn benen spartelen boven het water als een kind dat zijn eerste zwemles krijgt. Óf hij kan inderdaad niet zwemmen, óf hij doet het expres omdat hij de achterblijvers in de boten kletsnat wil spetteren. Alleen Roel weet dat, hoewel wij allemaal wel een vermoeden hebben welke van de twee het goede antwoord is. Roel is tenslotte gewoon Roel.
Joop en ik besluiten geen nat pak te halen, maar een extra rondje te varen tussen rotsen en voor anker liggende dure jachten. Dan horen we een luide plons. In mijn ooghoeken zie ik gids Shabby als een ware showman van een hoge rif het water inspringen.
Na het onderwaterkijken met een duikbril, is het tijd om terug te klimmen in de kajak. Het gaat onverwacht soepel. Al rolt Wil met een sierlijke achterwaartse beweging precies met haar hoofd op de schoot van Roel. Een leuk moment om tijdens het tafelen over na te praten.
We deinen zachtjes over de golven op het open water richting het strand. Hoe hard ik ook peddel, we komen alsnog als laatste bij de groep die op ons wacht voor de niet te missen klassenfoto op zee. Het laatste stuk naar het strand gaat uiteindelijk verrassend licht. Ik denk dankzij de landwaartse stroming. Of zou…. ?
Eenmaal aan land spoelen we ons zweet en het zout van ons af onder de stranddouche. We kleden ons decent voor de nabespreking op het terras van Villa Laura. Na een gezamenlijke toost op deze goed afgelopen excursie op zee, vertrekt een deel. Achterblijvende leden schuiven een stoeltje of twee op en kiezen iets van de menukaart om de honger te stillen.
Of iemand de volgende dag nog spierpijn heeft gekregen, is mij niet bekend. Wel is me ter ore gekomen dat Joop inderdaad erg kalm-an deed in mijn kielzog. Foto’s bevestigen mijn vermoeden dat hij mollenstreken leverde in ons spel Wie peddelt er stiekem niet mee?
En toch heeft hij gelijk: plezier staat voorop, ook al vaar je achterop. Zeekajakken zal ongetwijfeld – net als schoolreisjes – een jaarlijks terugkerend evenement worden dankzij het succes van deze pilot-editie.
En o ja, mocht iemand deze zomer nog gaan duiken of snorkelen en een inktvis tegenkomen met een stijlvol montuurtje voor zijn ogen: die is van Wendy. Ze zegt echter dat ze haar zonnebril kan missen, dus laat de octopus maar pronken met zijn nieuwe aanwinst.